Het regeerakkoord onder de loep.
punt 3.4.: MOBILITET
Er komt een meer vraaggestuurd beleid zodat bijvoorbeeld trein- en busverbindingen beter op elkaar worden afgestemd. Ook is er de mogelijkheid van aanvullende Gewestelijke investeringen van de spoorlijnen die is voorzien in artikel 92bis, §4nonies BWHI. De regering zal de ruimte die door dit artikel wordt geboden ten volle benutten.
Standpunten

N-VA
N-VA wil volledige regionalisering van het mobiliteitsbeleid, inclusief de NMBS en het spoorwegnet. Ze zijn tegen een federale aanpak van mobiliteit en willen dat Vlaanderen zelf beslist over investeringen, tarieven en dienstregelingen.
๐ธ Tegenstrijdigheid:
โ Trein- en busverbindingen blijven federaal gecoördineerd, terwijl N-VA volledige Vlaamse controle wil over de spoorwegen.
โ Gewesten mogen extra investeren in spoorlijnen, wat Vlaanderen meer invloed kan geven.
โ NMBS blijft federaal, wat indruist tegen hun streven naar volledige Vlaamse bevoegdheid.
๐ธ Wat ze eerder zeiden/deden:
- N-VA heeft herhaaldelijk gepleit voor de regionalisering van de NMBS.
- Ze bekritiseren de achterstelling van Vlaanderen bij spoorinvesteringen en willen dat Vlaanderen zelf kan beslissen over zijn spoorinfrastructuur.

Vooruit
Vooruit is voorstander van een sterk federaal mobiliteitsbeleid, vooral als het gaat om investeringen in openbaar vervoer. Ze willen dat trein- en busverbindingen beter worden afgestemd op de noden van de reiziger en zijn kritisch over verdere regionalisering van de NMBS.
๐ธ Tegenstrijdigheid:
โ Meer vraaggestuurd beleid past binnen hun visie van een klantvriendelijker en efficiënter openbaar vervoer
โ Gewestelijke investeringen in spoorlijnen kunnen voor hen een probleem vormen, omdat ze vrezen dat dit kan leiden tot versnippering en ongelijkheid in het netwerk.
โ NMBS blijft federaal, wat in lijn ligt met hun visie.
๐ธ Wat ze eerder zeiden/deden:
- Vooruit heeft gepleit voor sterkere investeringen in openbaar vervoer op federaal niveau.
- Ze zijn kritisch over regionalisering, omdat dit sociale en economische ongelijkheid tussen regio’s kan versterken.

CD&V
CD&V heeft een gematigde visie en wil zowel een sterke federale NMBS als meer inspraak voor de regio’s. Ze pleiten voor een betere afstemming tussen gewesten en federale overheid op vlak van mobiliteit.
๐ธ Tegenstrijdigheid:
โ Meer vraaggestuurd openbaar vervoer is een positief punt voor CD&V, aangezien ze willen dat het openbaar vervoer efficiënter en klantgerichter wordt.
โ Gewestelijke investeringen in spoorwegen passen binnen hun visie, zolang dit in samenwerking met de federale overheid gebeurt.
โ CD&V is traditioneel geen voorstander van een volledige regionalisering van de NMBS, omdat ze een goed functionerend nationaal spoornet willen behouden.
๐ธ Wat ze eerder zeiden/deden:
- CD&V heeft eerder gepleit voor een betere afstemming tussen gewesten en de federale overheid op vlak van mobiliteit.
- Ze ondersteunen extra investeringen in openbaar vervoer, maar willen dat dit in samenwerking met de federale overheid gebeurt.
Conclusie:
โ
N-VA is tegen de federale coördinatie van trein- en busverbindingen zijn en pleiten voor volledige Vlaamse bevoegdheid.
โ
Vooruit zal het vraaggestuurde beleid steunen, maar waakzaam zijn voor te veel gewestelijke inmenging in spoorwegen.
โ
CD&V zal een evenwichtige aanpak ondersteunen, waarbij gewesten meer inspraak krijgen zonder dat het federale spoornet gefragmenteerd raakt.
๐ฅ Verwachte coalitiespanningen:
- N-VA zal proberen om meer Vlaamse controle over spoorwegen te krijgen en pleiten voor een eigen Vlaamse spoorwegmaatschappij.
- Vooruit zal de NMBS als federaal instrument willen behouden en waakzaam zijn voor versnippering.
- CD&V zal bemiddelen en streven naar een evenwichtige samenwerking tussen federale en gewestelijke overheden.