Heffingen op gezinsinkomsten.
Verlagen personenbelasting (Deze maatregel bestaat uit 2 elementen).
- Het verhogen van de belastingvrije som tot het niveau van het leefloon in het voorgaande jaar.
- De marginale aanslagvoet in de personenbelasting van de tweede schijf wordt
verlaagd van 40% naar 30%.
Schrappen voordeel voetballers.
werknemersbijdragen : De gedeeltelijke vrijstelling van werknemersbijdragen voor voetballers wordt in het lopend legislatuur, gradueel afgeschaft.
Aanpak fiscale en sociale fraude.
personenbelasting en werknemersbijdragen : Strijd tegen fiscale en sociale fraude (personenbelasting en werknemersbijdragen)
Optrekken belastingvrije som in de personenbelasting.
De belastingvrije som wordt stapsgewijs opgetrokken:
- 12300 euro in 2025
- 13050 euro in 2026
- 13500 euro in 2027
- 13900 euro in 2028
- 14250 euro in 2029
Inkomsten uit financieel vermogen in grondslag personenbelasting.
Alle inkomsten uit financieel vermogen worden in de grondslag van de personenbelasting opgenomen. Dit geldt voor rente, dividenden en overig inkomen uit beleggingen (exclusief levensverzekeringen en
pensioenfondsen), zowel wanneer zij nu onderworpen zijn aan de roerende voorheffing, als wanneer zij dat niet zijn. De roerende voorheffing wordt niet meer bevrijdend.
Kaaimantaks uitbreiden.
De zogenaamde kaaimantaks wordt ook van toepassing op inkomsten van onrechtstreeks aangehouden juridische constructies.
Afschaffing forfaitaire belastingen verkeersbelasting gezinnen.
Afschaffing van de verkeersbelasting voor gezinnen vanaf 1 januari 2025.
Uitbreiding van de forfaitaire aftrek voor beroepskosten voor werknemers.
Deze maatregel bestaat uit 2 delen:
- Het kostenpercentage voor de berekening van de forfaitaire beroepskosten
voor werknemers wordt verhoogd naar 40% op een eerste schijf die
stapsgewijs toeneemt:
in 2025 op een eerste schijf van 700 euro;
in 2026 op een eerste schijf van 1400 euro;
in 2027 op een eerste schijf van 2100 euro;
in 2028 op een eerste schijf van 2800 euro;
in 2029 op een eerste schijf van 3500 euro.
- De maximumdrempel voor de berekening van de forfaitaire beroepskosten
voor werknemers wordt stapsgewijs verhoogd:
in 2025 tot 4880 euro;
in 2026 tot 4950 euro;
in 2027 tot 5020 euro;
in 2028 tot 5090 euro;
in 2029 tot 5160 euro.