Sociale bescherming.
Beperking werkloosheid in de tijd De maximale duur van de werkloosheidsuitkering wordt beperkt tot twee jaar.
Er wordt geen overgangsperiode voorzien. Uitgezonderd van de beperking in de tijd zijn 50-
plussers, mensen die minstens 66.000 uur gewerkt hebben, mantelzorgers, personen
die een (beroeps)opleiding volgen. Ook activiteiten in PWA of als stadswacht zijn een
reden tot uitzondering.
Besparen op hoogste ambtenarenpensioenen De maatregel bestaat uit twee componenten.
Vooreerst worden alle ambtenarenpensioenen met een bruto maandbedrag van boven de 4000 euro
geplafonneerd tot dit bedrag. Ten tweede worden de ambtenarenpensioenen met een bruto maandbedrag van tussen de 3000 en 4000 euro geleidelijk verminderd.
Deze geleidelijke vermindering wordt op twee manieren gerealiseerd:
door deze pensioenen niet langer aan te passen aan de evolutie van de consumptieprijsindex en door het niet langer toepassen van de perequatie (i.e. de aanpassing van de ambtenarenpensioenen aan de evolutie van de welvaart).
Kinderbijslag voor kinderen die in het buitenland verblijven verminderen (in de EU) of stoppen
(buiten de EU)
Vanaf 2025 wordt de kinderbijslag voor kinderen die niet in België maar in een ander
EU-lidstaat verblijven gradueel in tijd verminderd. Voor kinderen die buiten de EU verblijven wordt de kinderbijslag stopgezet.
Aanpak fiscale en sociale fraude: RVA uitkeringen Strijd tegen sociale fraude (RVA uitkeringen)
Verhoging minimale sociale uitkeringen tot armoedegrens voor zij die de wachttijd doorlopen
hebben
Verhoging in 2025 tot de armoededrempel van de minimale sociale uitkeringen in
werkloosheid, tijdskrediet/loopbaanonderbreking/thematisch verlof, (equivalent) leefloon,
inkomen vervangende tegemoetkoming voor gehandicapte personen, inkomensgarantie
voor ouderen en gewaarborgd inkomen voor ouderen.
Wachttijd toegang sociale zekerheid en sociale bijstand.
Vanaf 2025 kunnen niet-EU-burgers enkel genieten van een socialezekerheids- of
bijstandsuitkering als zij minstens 5 jaar legaal in België verblijven en minstens
3 jaar sociale bijdragen hebben betaald.
Geleidelijke verhoging vervangingsratio voor alleenstaande pensioenen.
Voor nieuwe gepensioneerden in de werknemers-en zelfstandigenregeling
wordt de vervangingsratio (wettelijk berekeningstarief) voor een
alleenstaande opgetrokken van 60% naar 61% in 2026 en 2027, 62%
vanaf 2028.
Beperken van de werkloosheid in de tijd.
De maximale duur van de werkloosheidsuitkering wordt afhankelijk gemaakt van het
aantal gewerkte maanden en wordt beperkt in de tijd.
Werklozen die minstens 12 maanden gewerkt hebben, hebben recht op een maand
werkloosheidsuitkeringen per 4 gewerkte maanden, met een maximum van 24
maanden. Daarna heeft elke werkloze gedurende maximaal één jaar recht op een
forfaitaire uitkering gelijk aan het bedrag van de huidige 3de vergoedingsperiode (de
‘activeringsperiode’).
Wie na maximaal 3 jaar nog steeds geen passende job
gevonden heeft, valt terug op een leefloon.
Uitgezonderd van de beperking in de tijd zijn 55-plussers met een loopbaan van
minstens 35 jaar, mantelzorgers en SWT'ers. Er zijn overgangsmodaliteiten
voorzien voor de huidige langdurige werklozen.
Versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering.
Verhoging van het vervangingspercentage in maanden 1 tot 3 van 65% naar 70%
en in maanden 4 tot 6 van 60% tot 65%. De vervangingspercentages in maanden 7
tot 18 blijven ongewijzigd.
Daarna volgt een periode van 6 maanden met geleidelijke
maandelijkse verlaging naar de forfaitaire uitkering van de 3de periode, die 12
maanden duurt.
Het aantal maanden dat men effectief een uitkering ontvangt hangt uiteraard af van
maatregel .
Verhoging van het leefloon voor mensen met een arbeidsverleden.
Voor de werkloze die na een werkloosheidsduur van maximaal 3 jaar in de sociale
bijstand terechtkomt, wordt het leefloon (dat gekoppeld blijft aan een middelentoets)
verhoogd tot de laatste werkloosheidsuitkering.
Verhogen van de tegemoetkoming aan gehandicapten.
Gefaseerde verhoging van de inkomen vervangende tegemoetkoming aan personen
met een handicap (IVT) om tegen 2024 de armoededrempel te bereiken.
Verhoging van het vrijgestelde bedrag aan arbeidsinkomen voor personen met een handicap.
Het vrijgestelde bedrag op arbeidsinkomen van personen met een handicap wordt verhoogd met 75% in 2025.
Sociaal tarief tijdens verhuis
één keer om de drie maanden geeft de FOD Economie alle namen van rechthebbenden door aan de energieleveranciers ,; dit moet veranderen en meegaan met het adres van de betrokkene, indien verhuis. De FOD controleert slechts 1 keer per jaar of u nog steeds onder 1 van de categorieën valt moet ook om de drie maand.
Meer zorg en een betaalbaar leven na pensioen.
(huidige situatie)
Alleenstaand gepensioneerd persoon die enkel en alleen een pensioen ontvangt dat niet hoger is dan 15.940 euro moet helemaal geen belastingen betalen. De laagste pensioenen zijn dus volledig vrijgesteld van belastingen.
Dit bedrag 15,940€ is onaanvaardbaar. Terwijl de dagprijzen van woon-zorgcentrum maar blijven stijgen, terwijl Zorgkassen smeken voor indexatie zorgbudget.
Een verblijf in een Vlaams woon-zorgcentrum kostte in 2019 gemiddeld 59,05 euro per dag of 1.771,50 euro per maand. Daarmee ligt de maandelijkse kostprijs 44 euro (+2,54%) hoger dan een jaar eerder. Dat blijkt uit de jaarlijkse monitoring van de dagprijzen in de Vlaamse rusthuizen door het Agentschap Zorg en Gezondheid.
De prijs van een rusthuisverblijf is sneller gestegen dan de inflatie, die in dezelfde periode 1,89 procent bedroeg. De reële prijsstijging bedraagt 0,65 procent. Daarmee is de prijsstijging iets groter dan vorig jaar.
In de dagprijs zitten de kosten voor het verblijf, de verpleging en de maaltijden inbegrepen. Extra kosten, zoals voor internet, de kapper of de was komen bovenop die kostprijs.
Wij stellen voor het bedrag van 15.940€ op te trekken naar 23.680,87€, gelijk gesteld aan de jaarlijkse grensbedragen van inkomens om de verhoogde tegemoetkoming te genieten. En ligt onder het maximum jaarlijks grensbedrag van 25.880€ voor een alleenstaande om in aanmerking te komen voor een sociale woning. Alsook dit te koppelen aan de indexering van de jaarlijkse grensbedragen om in aanmerking te komen voor verhoogde tegemoetkoming.
Indexering zorgbudget
Op 1 oktober 2001 werd de Vlaamse zorgverzekering opgericht. Die voorzag in een vergoeding van maximaal 125 euro voor mensen die thuis veel zorg nodig hadden. Twintig jaar later is dat bedrag met nauwelijks 5 euro toegenomen.
Elke Vlaming ouder dan 25 jaar betaalt jaarlijks een zorgpremie van 54 euro. Met dat geld helpen de zorgkassen mensen die met hoge zorgkosten geconfronteerd worden. Zij kunnen rekenen op een zorgbudget of tegemoetkomingen waarmee ze onder meer hulp aan huis, een verblijf in een woonzorgcentrum, dagopvang of mobiliteitshulpmiddelen kunnen bekostigen. Op die manier zorgen de Vlaamse zorgkassen ervoor dat zorg betaalbaar blijft.